Surinaamse bami met paksoi

Step 1

Kook de spaghettini beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking, giet af en spoel onder koud stromend water. Meng er de olie door en hou apart.

Step 2

Snipper ondertussen de sjalot. Snijd het steeltje van de rode peper. Halveer de peper in de lengte en verwijder met een scherp mesje de zaadlijsten.

Step 3

Snijd het vruchtvlees fijn. Snijd de tenen knoflook fijn. Wrijf de sjalot met de peper, knoflook en trassie in de vijzel tot een pasta.

Step 4

Snijd de takjes van de selderij fijn, snijd de blaadjes fijn en hou beide apart.

Step 5

Snijd de paksoi in de lengte in vieren. Verhit de olie in een grote koekenpan op hoog vuur en roerbak hierin de paksoi 4 min.

Step 6

Voeg na 3 min. de ketjap manis toe. Haal de paksoi uit de pan en hou apart.

Step 7

Verhit de rest van de olie in een wok op middelhoog vuur. Bak hierin de sjalotten- pasta en de selderijsteeltjes 5 min.

Step 8

Voeg na 3 min. de rest van de ketjap manis, de ketjap asin, kokosbloesemsuiker en tomatenpuree toe.

Step 9

Verkruimel de bouillonblokjes boven de pan en roer door.

Step 10

Zet het vuur hoog, voeg de spaghettini toe en bak 2 min. Haal de wok van het vuur. Roer de selderijblaadjes door de bami.

Step 11

Verdeel de bami over borden en serveer met de paksoi en sambal.